Waarde vriend,
Je bent al weer op reis. En je hebt me nog niets verteld
over je vorige reis! We zien elkaar te weinig. Gelukkig stuur je me regelmatig
een ansichtkaart. Als terugkomt, moet je me uitgebreid verhalen over je reizen.
Ik ben zo vrij geweest om jou deze brief te sturen, geen
e-mail, maar een ouderwetse brief. Geprint weliswaar, want ik heb schrijfkramp
(een erkende aandoening!) en mijn handschrift zou jou te veel vermoeien. Ik
stuur de brief naar Hotêl le Mandala in Saint-Tropez. Je had me verteld dat je
daar een enige tijd zou verblijven.
Ik schrijf
je omdat ik - al weer enige tijd geleden - mijn collectie jachtboeken heb
kunnen uitbreiden met een fantastisch jachtboek: ‘Grepen uit een Jagersleven’
van G.J. van Heek. Het is een duur boek. Amazon biedt nog één exemplaar aan
voor £ 170,-. Dat is ook ongeveer het bedrag wat ik er voor betaald heb.
Het boek is een dikke 300 pagina’s dik, voorzien van enkele
eenvoudige foto’s en illustraties. Het is in 1944 uitgegeven door de N.V.
Uitgevers-Maatschappij Æ. E. Kluwer uit Deventer.
Zoals de titel al doet vermoeden, is het een beschrijving
van het jagersleven van G.J. van Heek jr. Hij is in Lonneker geboren op 8 juni
1880 en gestorven in 1958, als zoon van een textielbaron uit Twente. Samen met
zijn broer leidde hij later de textielonderneming N.V. Rigtersbleek/G.J. van
Heek & zonen. Hij was een hartstochtelijk natuurliefhebber en jager. Hij is
jaren bestuurslid geweest van De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten.
Vroeger zag je vaker dat jagers een belangrijk rol vervulden bij dergelijke
natuurclubs. De oud-voorzitter van Valkeniersvereniging Adriaan Mollen en
tevens jager, Kees de Bruin, bijvoorbeeld, was geruime tijd directeur van
Vogelbescherming. Dat jagers nu geen rol van betekenis meer spelen in
dergelijke natuurclubs is begrijpelijk. De leden staan over het algemeen ver
van de realiteit van de natuur af. En dus heerst er een anti-jachtstemming
Omdat deze natuurclubs bij de gratie van hun leden bestaan, moeten ze naar de
pijpen van hun leden dansen. Natuurclubs zijn bedrijven geworden met veel
personeel en materieel. In deze tijd zit niemand te wachten op een
faillissement, ook zij niet…
Gerrit Jan van Heek was een
vroom man. Hij was president-kerkvoogd van de Nederlands Hervormde Kerk in
Enschede en lid van het kiescollege van de Nederlands Hervormde Kerk. Hij was
een verwoed verzamelaar van schilderijen, die later aan het Rijksmuseum Twenthe
zijn geschonken.
Hij heeft nog 2 boeken geschreven: ‘Reewild in Nederland’
(1948) en ‘Miene Vreenden’ (1958).
Het boek
‘Grepen uit een Jagersleven’, welke ik via Jachtforum.nl van Bertie Weegerink
uit Haaksbergen heb kunnen kopen, valt vooral op door zijn grootte. Het is maar
liefst 25 cm breed met een bladspiegel van 19 cm. Dat leest moeilijk, maar je
went er aan.
Het boek gaat over het (jagers)leven van van Heek tussen
ruwweg begin 1900 tot het begin van de 2e Wereldoorlog. Het verhaalt
over zijn jeugd in het Twentse en -vooral- over zijn jachtreizen in
Scandinavië, de Transsylvanische Alpen, Oostenrijk, Noord-Amerika en Canada. Er
staat een verhaal in over jagen op het Loo. In 1917 gaat hij samen met Prins
Hendrik op de Soerense Heide op hertenjacht. (Zoals je weet, goede vriend, heb
ik op die plek ook een jaar voor het Koninklijk Huis mogen werken).
Ik heb me verbaasd over de goede kwaliteit van jachtwapens
van die tijd. Van Heek was geen onbemiddeld man en kon zich dure wapens
permitteren. Hij schoot op afstanden die wij nu ook bezigen, met een buks van
het merk Mannlicher met -voor elanden- de 400/450 softnose express-bullet. Deze
buks wordt nog steeds gemaakt. Vaak schoot hij over keep en korrel.
Op berenjacht in de Transsylvanische Alpen maakte hij
gebruik van een hammerles jachtgeweer (bijzonder in die tijd) met maar liefst 2
¾” patronen. In de eerste loop reelopers(…) en in de tweede loop berenhagel, 13
korrels op de patroon(…).
Opmerkelijk
vond in het lage elandenbestand in Noorwegen in 1938. Het aantal jagers was in
die tijd gering. Een enkele buitenlandse jager daargelaten, werd er alleen voor
het vlees gejaagd. Waarschijnlijk was er toen een natuurlijke stand. Het aantal
inwoners was zeer gering en woonde vooral langs de kust. Er leefden in 1938
ongeveer 20-25 elanden op 36.000 ha. Onwillekeurig moest ik denken aan de
enthousiaste biologen, die de ongeveer 700 Schotse Hooglanders in het
Lauwersmeergebied willen vervangen door elanden. Er van uitgaande dat de
situatie in Noorwegen in 1938 redelijk natuurlijk was en dat biologen en
wannabe’s uitgaan van een zo natuurlijk mogelijk Lauwersmeergebied, passen er
dus zo’n 5-6 elanden in dit gebied. Zouden daar de tonnen aan afrasteringen en
andere voorzieningen tegen opwegen?
Je moet het
boek wel lezen als zijnde een document uit die tijd. Er werd gejaagd op een
manier die nu absoluut niet meer kan. Trofeeën waren het belangrijkste. Er
werden op zeehonden en ijsberen gejaagd en tot mijn afgrijzen schoot van Heek
in Roemenië een Schreeuwarend en later ook nog een Zeearend!
Ik beschouw
‘Grepen uit een Jagersleven’ als één van de topstukken uit mijn verzameling.
Heilig had ik mij voorgenomen om het niet uit te lenen, zelfs niet aan mijn
beste vrienden. Laat ik nu in het boek van mijn favoriete filosoof, de Italiaan
Piero Ferrucci, ‘Vriendelijk als levenshouding en helende kracht’ in het
hoofdstuk Vertrouwen het volgende lezen: …In het hart van vertrouwen treffen
we overgave aan. Het vermogen om los te laten heeft een diepgaande en
revolutionaire uitwerking op ons. We realiseren ons dat we niet alles in de
hand hebben; het is beter niet steeds naar zekerheid – de illusie van zekerheid
– te streven. We kunnen loslaten en accepteren wat het leven ons brengt…
Ik had mijn goede jachtvriend Terwildt al eens bij mij
thuis verlangend door het boek zien bladeren. Toen ik eens bij hem op bezoek
ging, heb ik ‘met het vermogen om los te laten’ hem het boek overhandigd. Hij
heeft mijn vertrouwen niet geschonden.
Genoeg,
waarde vriend, jij zit waarschijnlijk op een terrasje in de haven van
Saint-Tropez met een Pastis, je favoriete drankje. Vertel me er alles over als
je terug bent.
Ik verheug me er op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten