Welkom, Waarde Vriend. Kom binnen. Het is
altijd goed om je te zien. We hebben veel te bespreken.
Laatst zat ik te denken over jachtgebruiken,
over liever gezegd, hoe jagers omgaan met tradities en de daarbij horende
gebruiken in ons land. Weten ze eigenlijk nog wel hoe het hoort? Ik twijfel.
Want het is eigenlijk droevig gesteld met de
Nederlandse jachtgebruiken en jachttaal. We hebben niets van ons zelf. De
gebruiken en taal komen veelal uit het Duits. Is dat erg? Nee, hoewel ik vind
dat, als je iets kopieert, je het wel goed moet doen. Sommige gebruiken horen
zodanig in het land van afkomst thuis, dat je het daar ook moet laten. Een
aantal jaren geleden zag en hoorde ik op de Nederlandse televisie een groep
Friese jagers na afloop van een vossenjacht het Duitse jagerslied 'Horrido'
zingen. Zo heurt het toch niet, lijkt mij. In de beslotenheid van een jachthut,
ok. Maar en plain public komt het potsierlijk
over.
Een ander gebruik, welke op mijn lachspieren
werkt, is het in de linkerhand houden van een glas drank om te proosten na een
(bijvoorbeeld) geslaagde jachtdag. In Duitsland schijnt het een rondje te
kosten als je toost met een glas in je rechterhand. Ik heb nooit de reden van
dit gebruik kunnen achterhalen. Tot in februari van vorig jaar. Nadat ik de
meest flauwe verklaringen had gehoord, zoals je links moest toosten om met je
rechterhand je lever vast te kunnen houden, heb ik het op Jagd und Hund in
Dortmund gevraagd aan een leraar van een Duitse jachtschool. Volgens hem hangt
een jager traditioneel gezien zijn geweer over zijn rechter schouder. Daardoor
houdt hij alleen zijn linkerhand over om te toosten. Bij de jacht te paard
houdt de ruiter de teugels in de rechterhand en heeft dus de linkerhand over om
een glaasje vast te houden. Een redelijke verklaring, lijkt mij.
Hoe heurt het eigenlijk met jachtkleding? Heel
simpel: doe aan wat lekker zit en vooral wat je beschermt tegen de elementen.
Heel vroeger kleedde de 'gewone jagende man' zich in een corduroy broek, een
groene boeren kiel en een groene pet. Stadse jagers haalde je er zo uit door
hun duurdere jachtkleding.
Een aantal jaren geleden ging dat veranderen. Jacht
is allang geen kwestie meer van veel geld. Nog niet zo lang geleden kleedde je je
Duits of Engels. Ook dat is nu voorbij. Maar ik herinner me nog goed de
(Duitse) loden mantels, lederhosen en zwierige hoeden met (nep)gemzenbard en
rozetten met houtsnipveertjes aan de ene kant en de waxjassen, geblokte
overhemden met stropdas en een 'deerstalker' op het hoofd aan de andere kant.
De praktische kleding heeft nu de overhand. Het jagersgroen is enigszins
teruggedrongen door bruin. Veel jagers zijn overgegaan naar Amerikaanse
camouflagekleding. Sommige 'diehards' vinden dit te militaristisch. 'Real
tree', noemt men dat. Een merkwaardig fenomeen is de 'Gilly outfit', een van de
Amerikaanse elite-eenheid Seals afgekeken kleding die bestaat uit stroken stof.
Het is niet mijn ding...
Niet mooi maar wel verstandig is de
fluorescerende kleding tijdens drijfjachten. Het is uit Duitsland komen overwaaien
en is nu tijdens veel drijfjachten in ons land verplicht.
Na afloop van een jachtdag wordt het wild
uitgelegd op een speciale manier en in een bepaalde volgorde. Het tableau
uitleggen, wordt dat genoemd. De jagers, die dan overigens ‘geweren’ worden
genoemd, de drijvers, de hondenmensen en de jachthoornblazers staan op een
bepaalde plaats. Zo heurt het nu eenmaal. O ja, waag het niet om over het wild
te stappen als het tableau is uitgelegd! Maar veel jagers rommelen maar wat
respectloos aan met het geschoten wild. Dat heurt niet zo!
Als er een stuk grofwild is geschoten, dus
edelhert, damhert, ree, wild zwijn of moeflon (ik praat over Nederlandse
omstandigheden. In Duitsland is reewild geen grofwild maar kleinwild en in
sommige landen in Europa worden ook elanden, sikaherten, Chineese waterherten
en muntjaks bejaagd. In Finland zelfs de Amerikaanse witstaarthert.), dan wordt
een zogenaamde breuk overhandigd. Het is respect tonen voor het gedode wild. De
breuk is een takje van bij voorkeur een spar, die door het ‘zweet’, dat is
bloed in normaal Nederlands, van de inschotplaats van het geschoten dier wordt
gehaald. De jagermeester overhandigd deze breuk op zijn hoed of jachtmes aan de
schutter. Deze plaatst dat op de rechterkant van zijn hoed. Links mag niet. Dat
doe je alleen als je een medejager begraaft. Bij het graf haal je de breuk van
je hoed en gooit dat op de kist. Ja, Waarde Vriend, zo heurt dat.
Ik kan me voorstellen dat niet jagers vreemd
opkijken bij al die gewoonten en rituelen van jagers. Ik herinner me nog goed
dat jij moest grinniken toen we die (h)eerlijke fazant aten op het terras van ‘De
Echoput’ en ik zei: “dank je wel fazant”. Tja, als jager heb je nu eenmaal een
diep respect voor wild.