woensdag 15 mei 2013

Zijn jagers fetisjisten?

 

Goede vriend! Welkom, welkom, kom binnen!
Ik zit in een Duits jachttijdschrift te bladeren en mijn oog viel op een artikel met de pakkende kop: 'Der Jäger und seine Trophäen: Souvenier oder Fetisch?'. Het is geschreven door Florian Asche, je weet wel, die heeft het boek 'Jagen, Sex und Tiere essen' geschreven.
Door de kop van het artikel alleen al ging ik nadenken over mijn eigen 'fetisj gedrag'.

 
Zoals je weet jaag ik graag en veel. In binnen- en buitenland. Meestal op reeën. Als ik een mannelijk dier, een bok, schiet, neem ik de kop met het gewei mee naar huis. Na het afzagen, afkoken en behandelen met waterstofperoxide schroef ik ze op een houten schildje en hang deze trofee op een muur in de kamer. Want zo worden de opgehangen geweien genoemd: trofeeën. Ik heb er al heel wat hangen in ons huisje. Niet alleen van reeën, maar ook geweien van edelherten, tanden van wilde zwijnen, een enkele trofee van een moeflon en een paar opgezette vogels.
De grote vraag is: waarom doe ik dat? Is het inderdaad een vorm van fetisjisme, of heeft het een andere waarde.
Het zal je niet verbazen, goede vriend, dat ik voor het laatste kies. Een trofee is voor mij een herinnering van een jachtmoment. Het woord 'trofee' komt overigens, volgens Florian Asche,  uit de Griekse oudheid. Na een gewonnen veldslag werden wapens van de verslagenen op een boomstam in het slagveld vastgemaakt. Later werden ze van aarde of steen gemaakt als permanente overwinningstekens. 
Het is voor mij geen pronken om te laten zien wat voor een kerel ik ben. Daar heeft het niets mee te maken. Je voert immers geen strijd met deze dieren. Het is een herinnering van het realiseren van een afschotplan en laat jou de beleving van de jacht herbeleven. Een groot trofee zegt daarom niets.
Op mijn 'trofee wall' hangen grote en kleine trofeeën, geweien, naast elkaar.
Vroeger was het schieten van dieren met een  groot gewei gemeengoed: een (grofwild)jager telde pas mee als hij grote geweien aan de muur had hangen. Nu is de opbouw van een populatie en de beleving van de jacht veel belangrijker. De grootte van een gewei bepaalt vaak de leeftijd van een ree of hert. Kleine geweien behoren in de regel tot jonge dieren, grote geweien tot oudere dieren. Maar dat is beslist geen wet van Meden en Perzen! Ook 1 jarige reeën en herten kunnen een imposant gewei op hun hoofd hebben. Je zult daarom altijd naar het totale plaatje moeten kijken en nog beter: kennis van de aanwezige dieren moeten hebben. In natuurlijke omstandigheden zullen jonge en oude dieren het eerst uit de populatie worden genomen door grote roofdieren. Logisch, jonge dieren hebben weinig ervaring om aan hen te ontsnappen en oude dieren zijn trager. Jagers proberen dat na te bootsen.
Beste vriend, ik geef onmiddellijk toe dat dit besef niet voor iedere jager vanzelfsprekend is. Er zijn nog steeds jagers die uitsluitend op zoek zijn naar grote trofeeën. Dit is zonder meer af te keuren en geeft jagers een slechte naam.
Ik merk wel eens afkeurend gedrag als gasten, die mij bezoeken, de trofeeën zien hangen. Want één ding is duidelijk als men mijn huis betreedt: hier woont een jager.
Merkwaardig genoeg zie je in de moderne binnenhuisarchitectuur momenteel een trend, waar geweien -al dat niet gestileerd - een belangrijke plaats innemen om het interieur te verfraaien.
Voor mij zijn de trofeeën dus uitsluitend bedoeld als herinnering van een jachtmoment.

 
Goede vriend, genoeg gekletst. Ik heb een paar flessen Mount Vernon Sauvignon Blanc gekocht. Zullen we buiten op het terras eens proeven of de smaak ons aanstaat?