zondag 23 december 2012

'Grepen uit een Jagersleven'



Waarde vriend,
Je bent al weer op reis. En je hebt me nog niets verteld over je vorige reis! We zien elkaar te weinig. Gelukkig stuur je me regelmatig een ansichtkaart. Als terugkomt, moet je me uitgebreid verhalen over je reizen.
Ik ben zo vrij geweest om jou deze brief te sturen, geen e-mail, maar een ouderwetse brief. Geprint weliswaar, want ik heb schrijfkramp (een erkende aandoening!) en mijn handschrift zou jou te veel vermoeien. Ik stuur de brief naar Hotêl le Mandala in Saint-Tropez. Je had me verteld dat je daar een enige tijd zou verblijven.
            Ik schrijf je omdat ik - al weer enige tijd geleden - mijn collectie jachtboeken heb kunnen uitbreiden met een fantastisch jachtboek: ‘Grepen uit een Jagersleven’ van G.J. van Heek. Het is een duur boek. Amazon biedt nog één exemplaar aan voor £ 170,-. Dat is ook ongeveer het bedrag wat ik er voor betaald heb.
Het boek is een dikke 300 pagina’s dik, voorzien van enkele eenvoudige foto’s en illustraties. Het is in 1944 uitgegeven door de N.V. Uitgevers-Maatschappij Æ. E. Kluwer uit Deventer.


Zoals de titel al doet vermoeden, is het een beschrijving van het jagersleven van G.J. van Heek jr. Hij is in Lonneker geboren op 8 juni 1880 en gestorven in 1958, als zoon van een textielbaron uit Twente. Samen met zijn broer leidde hij later de textielonderneming N.V. Rigtersbleek/G.J. van Heek & zonen. Hij was een hartstochtelijk natuurliefhebber en jager. Hij is jaren bestuurslid geweest van De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Vroeger zag je vaker dat jagers een belangrijk rol vervulden bij dergelijke natuurclubs. De oud-voorzitter van Valkeniersvereniging Adriaan Mollen en tevens jager, Kees de Bruin, bijvoorbeeld, was geruime tijd directeur van Vogelbescherming. Dat jagers nu geen rol van betekenis meer spelen in dergelijke natuurclubs is begrijpelijk. De leden staan over het algemeen ver van de realiteit van de natuur af. En dus heerst er een anti-jachtstemming Omdat deze natuurclubs bij de gratie van hun leden bestaan, moeten ze naar de pijpen van hun leden dansen. Natuurclubs zijn bedrijven geworden met veel personeel en materieel. In deze tijd zit niemand te wachten op een faillissement, ook zij niet…
Gerrit Jan van Heek was een vroom man. Hij was president-kerkvoogd van de Nederlands Hervormde Kerk in Enschede en lid van het kiescollege van de Nederlands Hervormde Kerk. Hij was een verwoed verzamelaar van schilderijen, die later aan het Rijksmuseum Twenthe zijn geschonken.
Hij heeft nog 2 boeken geschreven: ‘Reewild in Nederland’ (1948) en ‘Miene Vreenden’ (1958).
            Het boek ‘Grepen uit een Jagersleven’, welke ik via Jachtforum.nl van Bertie Weegerink uit Haaksbergen heb kunnen kopen, valt vooral op door zijn grootte. Het is maar liefst 25 cm breed met een bladspiegel van 19 cm. Dat leest moeilijk, maar je went er aan.
Het boek gaat over het (jagers)leven van van Heek tussen ruwweg begin 1900 tot het begin van de 2e Wereldoorlog. Het verhaalt over zijn jeugd in het Twentse en -vooral- over zijn jachtreizen in Scandinavië, de Transsylvanische Alpen, Oostenrijk, Noord-Amerika en Canada. Er staat een verhaal in over jagen op het Loo. In 1917 gaat hij samen met Prins Hendrik op de Soerense Heide op hertenjacht. (Zoals je weet, goede vriend, heb ik op die plek ook een jaar voor het Koninklijk Huis mogen werken).
Ik heb me verbaasd over de goede kwaliteit van jachtwapens van die tijd. Van Heek was geen onbemiddeld man en kon zich dure wapens permitteren. Hij schoot op afstanden die wij nu ook bezigen, met een buks van het merk Mannlicher met -voor elanden- de 400/450 softnose express-bullet. Deze buks wordt nog steeds gemaakt. Vaak schoot hij over keep en korrel.
Op berenjacht in de Transsylvanische Alpen maakte hij gebruik van een hammerles jachtgeweer (bijzonder in die tijd) met maar liefst 2 ¾” patronen. In de eerste loop reelopers(…) en in de tweede loop berenhagel, 13 korrels op de patroon(…).
            Opmerkelijk vond in het lage elandenbestand in Noorwegen in 1938. Het aantal jagers was in die tijd gering. Een enkele buitenlandse jager daargelaten, werd er alleen voor het vlees gejaagd. Waarschijnlijk was er toen een natuurlijke stand. Het aantal inwoners was zeer gering en woonde vooral langs de kust. Er leefden in 1938 ongeveer 20-25 elanden op 36.000 ha. Onwillekeurig moest ik denken aan de enthousiaste biologen, die de ongeveer 700 Schotse Hooglanders in het Lauwersmeergebied willen vervangen door elanden. Er van uitgaande dat de situatie in Noorwegen in 1938 redelijk natuurlijk was en dat biologen en wannabe’s uitgaan van een zo natuurlijk mogelijk Lauwersmeergebied, passen er dus zo’n 5-6 elanden in dit gebied. Zouden daar de tonnen aan afrasteringen en andere voorzieningen tegen opwegen?
            Je moet het boek wel lezen als zijnde een document uit die tijd. Er werd gejaagd op een manier die nu absoluut niet meer kan. Trofeeën waren het belangrijkste. Er werden op zeehonden en ijsberen gejaagd en tot mijn afgrijzen schoot van Heek in Roemenië een Schreeuwarend en later ook nog een Zeearend!

            Ik beschouw ‘Grepen uit een Jagersleven’ als één van de topstukken uit mijn verzameling. Heilig had ik mij voorgenomen om het niet uit te lenen, zelfs niet aan mijn beste vrienden. Laat ik nu in het boek van mijn favoriete filosoof, de Italiaan Piero Ferrucci, ‘Vriendelijk als levenshouding en helende kracht’ in het hoofdstuk Vertrouwen het volgende lezen: …In het hart van vertrouwen treffen we overgave aan. Het vermogen om los te laten heeft een diepgaande en revolutionaire uitwerking op ons. We realiseren ons dat we niet alles in de hand hebben; het is beter niet steeds naar zekerheid – de illusie van zekerheid – te streven. We kunnen loslaten en accepteren wat het leven ons brengt…
Ik had mijn goede jachtvriend Terwildt al eens bij mij thuis verlangend door het boek zien bladeren. Toen ik eens bij hem op bezoek ging, heb ik ‘met het vermogen om los te laten’ hem het boek overhandigd. Hij heeft mijn vertrouwen niet geschonden.

            Genoeg, waarde vriend, jij zit waarschijnlijk op een terrasje in de haven van Saint-Tropez met een Pastis, je favoriete drankje. Vertel me er alles over als je terug bent.
Ik verheug me er op.