maandag 29 september 2014

Nieuwe Havik!


Nieuwe Havik!

Waarde vriend, wat fijn dat je me komt bezoeken. Vervelend dat ik er zo neerslachtig uit zie. Hoe het komt? Noem het maar een PTOS, een Post Traumatisch Ontslag Syndroom. Hoewel het bijna 2 jaar geleden is dat men mij er uitkieperde, lijd ik er nog steeds onder. Die smeerlap van een toenmalige leidinggevende en vooral zijn kompaan, mijn collega nota bene, hebben geen idee wat ze mij hebben aangedaan. Maar goed ook, want dan zouden er 3 personen zijn met slapeloze nachten. Maar wat mij vooral pijn heeft gedaan is de verklaring van de afdeling communicatie. Zij heeft te kennen gegeven dat ik op non-actief was gezet. Dat werd breed uitgemeten in de pers. Flauwe kul. Het was in overleg met de directeur dat ik tot mijn ontslag buitengewoon verlof kreeg. Vooral mijn vader leed daar erg onder.
Maar goed, het leven gaat door. 
Je moet afleiding zoeken, raadde een vriend mij aan. Dat was een goed advies. Gelukkig jaag ik en vind ik daar afleiding.

Vooral de valkerij houdt mij bezig. Ik heb jou daar in het verleden over verteld. Valkerij is niet zo maar iets. ‘De valkerij is een marteling van het geduld’, schreef ooit eens iemand. Dat klopt. De africhting van een jachtvogel is iets anders dan het africhten van een hond of het inbreken van een paard. Deze dieren kun je bestraffen. Een jachtvogel niet. ‘jachtvogels hebben geen geschiedenis van onderdrukking’, schreef diezelfde schrijver.
Je weet dat ik twee vogels heb: een Slechtvalk en een Harris Hawk.
Mijn valk is loergebonden geworden doordat ik meer dan een jaar niet met haar heb kunnen jagen. Ik ging wel  (bijna)elke dag met haar vliegen. Na elke vlucht liet ik haar terugkomen op de loer, een kunstprooi (in Duitsland noemen ze dat een ‘Federspiel’, wat een prachtig woord!). Maar daardoor verloor ze haar belangstelling om een echte prooi te slaan.
Eugenie, mijn Harris, heb ik jaren geleden gekocht om mee op konijnen te jagen. Toentertijd was er sprake van uitbreiding van de regeling dat je in Nederland alleen met Havik en Slechtvalk mocht jagen. Een Harris werd daarbij genoemd. Jammer genoeg heeft de Regering in al haar (schijnbare) wijsheid besloten dat alleen haviken en slechtvalken voor de jacht gebruikt mochten worden. Eugenie, de schat, komt niets tekort. Ze krijgt haar beweging. Alleen jammer dat ze steeds mijn vriendin en hondje probeert aan te vallen…
Eigenlijk ben ik het meest gecharmeerd van de jacht met een Havik. In het verleden heb ik er één gehad. Maar ik kon hem te weinig prooien aanbieden. En een vogel in een hok is niets voor mij. Daarom is hij naar een valkerijvriend gegaan die wel voldoende konijnen in de aanbieding had.
Maar het bleef knagen. En ziet: de situatie veranderde en ik kreeg gelegenheid om op konijnen te jagen.
Zeg, Goede Vriend, ik verveel je toch niet met mijn geleuter? Nee? Goed dan ga ik even mijn verhaal afmaken.
Ik kwam in de gelegenheid om een volwassen Havik te kopen. Goed, ik had liever een Havik van dit jaar gehad, maar om mij onbekende reden was het broedseizoen bij de fokkers catastrofaal verlopen. Ik was blij dat ik in Duitsland bij een collega valkenier een vrouwtjes Havik (die noemen wij heel onbeleefd een wijf) op kon halen. Samen met vriendje Syb en Bert hebben we de vogel gehaald. Het bleek een 5 jarig wijf te zijn die in Spanje was gefokt en nog nooit in handen van een valkenier was geweest. Ze was onhandelbaar en haar staart was verrabbezakt. Ze was zelfs nog niet goed doorgemuit. Daarmee bedoel ik dat haar staart nog veren had van vorig jaar. Gelukkig wist vriend Bert, één van de best valkeniers van Nederland en mijn mentor van een paar jaar geleden, er wel raad mee. Hij verving een paar gebroken staartveren door oude van vorig jaar die hij had bewaard.
Nu zit ze bij mij en we proberen goede vrienden te worden. Ze is een wildebras en kent geen medelijden met me. Ik heb mijn handen aan haar vol.

Het is een joekel van een vogel, want haar voorouders komen uit Finland. Finse haviken zijn groter dan (middel)Europese haviken. Wanneer ze van mijn vuist afvliegt, is het net alsof ik een Fiat 500 moet tegenhouden! Als ik met haar bezig ben, doet me dat denken aan het boek ‘De Vlucht van de Havik’. Ik heb je er vorig jaar april iets over verteld. (http://www.jan-willems.blogspot.nl/2013/04/de-vlucht-van-de-havik.html). Enige tijd geleden zag ik een verfilming van dat boek (http://www.careyblyton.com/??=Goshawk). Die moet je echt eens bekijken. Dan weet je wat ik doormaak. Maar het is leuk, Vriend, echt leuk! Ik heb er alle vertrouwen in. En…ik zie nu al vorderingen.
Nee, nee, je hoeft niet bang te zijn dat ik mijn Havik op die voormalige leidinggevende en de persoon, die zich toen mijn collega noemde, zal loslaten. Ik ben veel te bang dat mijn havik zich zal bezeren.

Genoeg! We nemen een kopje thee. Wat kijk je teleurgesteld, Goede Vriend. Wacht, ik weet het! Je zag natuurlijk die fles uitstekende oude jenever staan. Goed idee. Ik pak de glazen. Gooi jij nog een blok hout op het vuur?

zondag 17 augustus 2014

Ethiek


Goede Vriend! Wat leuk dat ik jouw mag verwelkomen in ons huis. Van harte welkom! Je hebt veel gereisd, dus ik ben benieuwd naar jouw verhalen. We hebben elkaar al te lang niet gezien.
Maar laat ik je eerst even vertellen wat ik zojuist heb meegemaakt. Ik kwam bij toeval een kennis tegen.

“Ik ken jou wel”’ zei hij, “Je hebt een keer bij mij gejaagd. Jij bent die ethische jager, he?” Ik keek hem verbluft aan. Een paar jaar geleden was ik inderdaad gast bij hem in zijn jachtveld in Brabant. Maar waarom hij mij de stempel ethische jager gaf was mij niet duidelijk. Ik kon het hem niet meer vragen, want zijn opmerking kwam vanuit de geopend zijruit van zijn auto en hij reed gelijk na die opmerking weg.
Je gaat toch nadenken over zo’n opmerking. Ethische jager. Wat is dat eigenlijk?
Is het goed dat je een ethische jager bent, of juist niet? Moest ik me schamen omdat hij me een ethische jager noemde?
Al snel kwam ik er achter dat je dat zelf uitmaakt.
Ethiek is immers “de kritische bezinning over het juiste handelen.” Ik ga er prat op dat ik tijdens jagen dat juiste handelen uit voer. Uiteraard vanuit mijn eigen standpunt bezien.
Ik begreep opeens wat die Brabantse jager bedoelde. Vaak liet ik immers wild lopen of vliegen als ik twijfelde over de afstand. Geroep van collega jagers dat het makkelijk had gekund, nam ik ter kennisgeving aan. Mijn standaard opmerking “ik voer geen oorlog met het wild”, werd mij niet altijd  in dank afgenomen. Als er een keer een vos op een drijfjacht ontsnapte omdat uitgerekend daar geen geweer stond, gunde ik de vos zijn leven en bewonderde zijn slimheid om juist daar uit te breken. Als ik een haas schoot zoals het hoorde, stond ik er bij te glunderen en verprutste wel eens de kans op dat andere haas.
Bij grofwild (in mijn geval vaak reeën of varkens) zit ik oneindig te wikken en wegen of het een juist afschot is. Dat heeft me al menig ree en varken gekost. Maar het geeft mij meer voldoening om een jaarling met minimaal gewei te schieten dan een kapitale bok. Een paar jaar geleden voerde ik dat wel erg ver door. Van vriendje Egbert mocht ik een bok schieten in zijn veld. “Je redt je maar”, zei hij.
Het zou mijn vijftigste reebok worden. Al op de eerste avond werden mijn ethische principes op proef gesteld. Bijna gelijktijdig verschenen er 2 bokken. Een jonge, kapitale zesender en een knopbok. Dan ga je toch nadenken. Je vijftigste bok. Een jubileum. Die kapitale zesser paste in dat plaatje!

Ik heb het knopbokje geschoten. (ik leg je later wel eens uit waarom het schieten van een knopbok ethisch gezien beter is dan het schieten van een jonge, kapitale bok).                                                               
Ben ik dan een halleluja figuur die het allemaal zo goed weet en neerbuigend naar zijn mede jagers kijkt? Beslist niet. Mijn ethische principes kunnen best eens te maken hebben met onzekerheid en gebrek aan ervaring. Waar ik een haas laat lopen op 35 meter, kunnen zij die wel schieten omdat ze vaker jagen en door die ervaring weten dat ze een weidelijk schot af kunnen geven.
Ik zal dan ook nooit mijn ethische gedachten aan anderen op willen dringen. Zolang andere jagers binnen de weidelijkheidsnormen jagen , dien ik mijn mond te houden.
Waarom ben ik dan zo?
In de eerste plaats heb ik een strenge opleiding gehad op het Kroondomein en in de Flevopolders. Daar werd (en wordt) gejaagd volgens de weidelijkheidprincipes, meestal op Duitse leest geschoeid. Op het Kroondomein werd grofwild behandeld met respect. Een laatste bete was standaard, ontweiden deed je met je jas aan, respect voor het geschoten wild was vanzelfsprekend.
In Oostelijk Flevoland leerde mentor Joop mij hoe ik na een drijfjacht met de vaak meer dan honderd geschoten fazanten om moest gaan: netjes een tableau uitleggen en daarna het wild op een fatsoenlijke wijze naar de koeling brengen. Smijten met wild was taboe.
Verder denk ik dat mijn hang naar de oude jachttradities er ook mee te maken hebben. Jachttradities en weidelijkheid, de fatsoensnormen (al dan niet beschreven) voor jagers, liggen dicht bij elkaar.
Al met al kun je zeggen dat jachttradities en weidelijkheid te maken hebben met maar één ding: respect voor het wild.
Ik weet natuurlijk niet hoe mijn collega jagers hierover denken. Vriend Syb houdt zich strikt aan de jachttradities en weidelijksnormen. Niet allen tijdens het jagen in zijn (kleinwild)veld, maar ook na afloop. Het tableau wordt keurig uitgelegd, hoe klein het aantal geschoten wild ook is, een woord van dank aan het geschoten wild en de jagers en daarna wordt met onze jachthoorns het wild doodgeblazen.

 
Je ziet, Goede Vriend, jagen is niet het zomaar het doodschieten van een paar beesten. Het is gestoeld op eeuwenoude tradities. En daar hoort ook passie bij. Als je niet met passie jaagt, kun je beter naar de schietbaan gaan.

 
Zo, Goede Vriend, vertel mij nu eens wat je allemaal hebt meegemaakt. Wacht! Ik schenk eerst even een kop koffie in. Zullen we er een cognacje bij nemen?

 

 

zondag 19 januari 2014

Eieren


Welkom, Goede Vriend en kom binnen!


Ik ben net terug, even een doosje eieren gehaald. Dat doe ik altijd bij een kippenhouder in de buurt. De man heeft een tiental kippen. Ze leggen goed en te veel voor hem zelf. Daarom heeft hij een bordje "eieren te koop" in de tuin gezet. Voor een luttel bedrag - maar het scheelt bijna een euro bij eieren die je in de supermarkt koopt - ben je verzekert van echte scharreleieren.
 
Het gaat me niet om het geld, maar om eerlijk te zijn vertrouw ik die grote winkels niet meer. Er staat weliswaar met grote letters op de dozen dat het scharreleieren zijn, maar zo nu en dan lees je berichten die anders doet vermoedden. In Duitsland is onlangs gebleken dat sommige boeren het niet zo nauw nemen met de regels van scharreleieren, cq. biologische eieren.
De Duitse justitie is al sinds september 2011 bezig met een onderzoek naar deze illegale praktijken in met name het noorden van Duitsland. Honderden boerenbedrijven zijn geïnspecteerd en doorzocht. Ook bedrijven in Nederland en België zouden erbij betrokken zijn. De bedrijven hebben mogelijk ook wetten voor dierenwelzijn overtreden. Er zijn nog geen aanklachten ingediend, maar naar verluidt staat vast dat miljoenen eieren ten onrechte met het bio-label zijn verkocht! Ronduit schandalig! Daarom ga ik liever naar een kippenhouder in de buurt, waar ik zijn kippen genoeglijk op zijn erf zie scharrelen.
Tja. Je hebt waarschijnlijk wel gelezen dat er in de eieren van hobby kippenboeren in de omgeving van Harlingen dioxine is gevonden. Ook in de eieren van hobby kippenboeren in de rest van Nederland bevindt zich mogelijk (een zeer geringe hoeveelheid) dioxine. Een gevaarlijk en kankerverwekkend spul.
Maar, Goede Vriend, ik kan je wel zeggen dat ik besloten heb om eieren van 'mijn' hobbyboer te blijven kopen en te nuttigen. Iedereen moet het natuurlijk zelf weten, maar ik kan mij niet voorstellen dat het eten van kippeneieren van kippen, die ik zo gezellig over het erf zie scharrelen, gevaarlijk is. Bovendien probeer ik mij in alles te matigen, ook in het eten van kippeneieren. Ook zo iets vreemds. De ene keer lees ik in de krant dat eieren slecht zijn voor je gezondheid en een andere keer dat het juist goed is!
Jaren geleden heb ik al eens mijn spinazieperk om moeten spitten, omdat er een ongeluk in Rusland was gebeurd met de kerncentrale van Tsjernobyl. Om die zelfde reden mocht ik mijn heidehoning (ik woonde toen in de buurt van Wageningen en was imker) niet verkopen. We hebben nooit bericht ontvangen wanneer we weer spinazie uit eigen tuin mochten consumeren of wanneer de heidehoning clean was.
En wat dacht je van het eten van organen van wild? Ook dat schijnt ongezond te zijn.
Als jager stuit me dat erg tegen de borst. Als ik een ree schiet, wil ik - uit respect voor het dier - het zoveel mogelijk gebruiken. Dus ook het lever. Ik zie je greinzen, Vriend. Maar voor mij is het erg belangrijk. Ook als ik vind dat een bepaald dier, een ree bijvoorbeeld, geschoten moet worden uit oogpunt van bestandsregulatie of omdat het een zwak dier is, behandel ik hem na zijn dood met respect. Ik geef hem niet alleen een bete (een takje die ik in zijn vang(mond) stop) mee op zijn laatste reis, maar bedank hem voor het feit dat ik hem mag opeten. Het zijn oeroude tradities waar ik aan hecht.
 
Genoeg gepraat! Het is een somber onderwerp, terwijl het feit dat jij hier bent mij blij maakt.

Zeg Vriend, prik je een vorkje mee? We eten omelet.