Ha! Leuk je weer eens te zien, goede vriend. Neem een kop
koffie, dan sluit ik ondertussen mijn computer af.
Ik zat zomaar wat gedachten te formuleren en dat gaat het
beste als je die opschrijft.
Het kwam eigenlijk doordat een goede kennis van mij,
zonder aanleiding, plotseling zei: “Jagers zijn doodschieters!” Dat hakte er
even in. Omdat ik hem ken als een ontwikkeld persoon met een, naar ik dacht,
ruime kijk op het leven, wist ik niet direct wat ik moest zeggen. Dus bracht ik
het niet verder dan: "Ach, dat valt wel mee" en "Dat zie je
verkeerd".
Maar daar nam hij geen genoegen mee en daagde mij uit om
te formuleren waarom ik vond dat jagers geen doodschieters zijn.
Welnu, wij zijn er eens voor gaan zitten en ik heb hem
uitgelegd waarom ik dacht dat jacht iets anders is dan doodschieten van
beesten. Ik heb afgeleerd om te proberen jachttegenstanders op andere gedachten
te brengen. Mijn insteek was daarom dan ook niet om hem mijn gelijk op te
dringen, maar uit te leggen waarom er gejaagd werd. Wellicht beter gezegd:
Waarom ik jaag!
In de eerste plaats doe ik dat omdat ik daar veel plezier
aan beleef. Dus toch plezierjacht? Nee, dat dekt de lading niet. Wellicht is
het woord passie een beter begrip. De Duitse jachtfilosoof Dieter Stahmann
verwoorde het onlangs in een interview met Hans Mulder in "De Nederlandse
Jager" als volgt:
"...Nu jagen we uit passie, en we willen
natuurlijk buit maken. Zonder buit is er geen jacht, maar de buit zelf is niet
meer het doel. Je jaagt vanwege de belevenis van de jacht. En die belevenis is
ingebed in een heel cultureel kader, in een ethisch besef, maar de passie
blijft de drijfveer."
Ik heb dit verschillende keren gelezen en ik begrijp zijn
standpunt. Maar eerlijk gezegd is voor mij buit bemachtigen wel degelijk
belangrijk. De wetenschap dat ik een stuk wild mee naar huis kan nemen om te
consumeren, is voor mij vaak de drijfveer om te jagen.
Niet altijd. Soms jaag ik uit pure passie en speelt de
buit als voedsel een ondergeschikte rol. In Rusland heb ik wildsoorten
geschoten waar het me om de beleving ging, niet uit nut of noodzaak. Ik joeg
daar uit passie en...vanuit een cultureel kader.
Als er overlast is door wild wat niet eetbaar is, zoals
kraaien en vossen, zit ik niet met een chagrijnig gezicht in mijn hutje, maar
ben ik passievol aan het jagen. Dat ik daarnaast nuttig werk doe voor een boer
(kraaien) of voor de natuur in zijn algemeenheid (vossen) is mooi meegenomen.
"Jacht is noodzakelijk", hoor ik wel eens
zeggen. Dit is niet juist. Plaatselijk kan jacht noodzakelijk zijn door
wildschade te voorkomen of de biodiversiteit te bevorderen. Dat je dan maar
niet moet jagen op plaatsen waar dit niet speelt is onzin. Jagen gebeurt vanuit
een culturele dimensie. Er is eeuwenlang gejaagd en er is geen enkele reden te
bedenken waarom die culturele dimensie moet worden doorbroken. Dat we jagen met
respect voor het leven is onlogisch voor niet-jagers. Maar begrippen als
weidelijkheid zijn voor jagers belangrijk. Hiermee toon je aan dat het niet om
zomaar doodschieten gaat.
Ik heb mijn kennis uitgelegd dat jagers anders tegen de
natuur aankijken dan mensen die ook gebruik maken van de natuur. Stahmann zegt
daarover:
"...Hij (de jager jw) is deelnemer, geen
toeschouwer, anders gezegd: de jager is natuur en cultuur. Anders dan
bijvoorbeeld de skiƫr, die ook in de natuur is maar voor wie die natuur
eigenlijk alleen maar decor is..."
Je begrijpt, beste vriend, dat het laat is geworden. Mijn
kennis en ik probeerden, met respect voor elkaar, te luisteren naar
elkaars standpunten. Dat is in ieder geval gelukt.
De volgende dag stond hij bij mij op de stoep en zei:
"Ik ben er nog niet helemaal uit, maar vond het een boeiende avond.
Bedankt daarvoor!" Hij overhandigde mij een fles whisky als dank.
'The Famous Grouse', stond op het etiket. De grapjas.
Zeg vriend, zullen wij eens proeven of de inhoud net zo
mooi is als de buitenkant van de fles?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------